[Intro]
G D G C G C G C G
[Verse]
G D
't is hier wel klein mor goeiekoop
G C
ons kleren liggen oep nen hoop
G D
die lit-jumeaux staan rap bijeen
C G
zij nu mor zeker da'k het meen
[Verse 2]
G D
goe da mijn vrouw hier niks van wet
G C
dakkik hier lig met u in bed
G D
en uwe heurk van ne man
C G
wet hier gelukkig ook niks van
[Chorus]
G C
als wij ons vervelen
G C
spelen wij een spel
G C
voor mè twee te spelen
G
overspel
[Verse 3]
G D
ik staan al jaren in de kou
G C
ik heb een ijskas van een vrouw
G D
en uwen heurk van ne vent
C G
is ook al jaren impotent
[Verse 4]
G D
ik heb ne zeun en dat is al
G C
gij hebt drij dochters van die kwal
G D
mor se die jongste van de drij
C G
die trekt verdacht heel veel oep mij
[Chorus]
G C
ik ken er al zovelen
G C
die spele tzelfde spel
G C
tspel da wij ook spelen
G
overspel
[Verse 5]
G D
en morgen gaan wij terug nor huis
G C
zitten wij 's avonds voor de buis
G D
ik met mijn vrouw, gij met dien drel
C G
da zen de regels van het spel
[Verse 6]
G D
en voor twee weken, misschien drij
G C
houwen w'ons rustig allebei
G D
mor neuste maand is het wer prijs
C G
dan gaan we terug oep zakenreis
[Bridge]
G C G C G C G