G 320003
C x32010
D xxx323
[Intro]
G
[Verse 1]
C
den homofiele rijkswachter rijdt met een flikker-licht
D
hij ziet er wel heel macho uit, maar toch blijft hij een nicht
G C
hij zegt: "meneer komt gij is efkes mee achter den berm,
G C G
en noemt me maar gin rijkswachter, kom zegt gewoon zjan-darm"
[Verse 2]
C G
den homofiele rijkswachter, het handje van de wet
C D
glipte op 't klein kasteeltje door de mazen van het net
G C
sproeit altijd overvloedig odeklonje oep z'n pet
D C D
nen homofiele rijkswachter is ook maar een zjanet
[Bridge]
G C D
G C G C
(few seconds of sirene sounds)
[Verse 3]
G
den homofiele rijkswachter, de zoon van Zwarte Lies
C D
weurdt zellef nooit ni vader want van vrouwen issem vies
G C
een snorreke en een broske, een matrak lak een socies
D C D G
en as er gin zjandarmen zijn dan pakt em ne polies
[Verse 4]
G
den homofiele rijkswachter houdt enkel mannen tegen
C D
vooral als ze alleen zen en een tikkeltje verlegen
G
"meneer, gij hebt gedronken, gij vliegt oep mijnen boek,
C G C D G D G
en as ge wilt dan meudis blazen, maar zuige da mag ook"