[Verse 1]
Em Am Em
Ik kocht een ei, de melkboer zei: ’t komt zo onder de kip vandaan
Am Em B7 Em
Ik ben nog te laat van huis gegaan om het mee te kunnen nemen
Am Em B7 Em
Hier heeft U een jong leven voor zestien cent of meer en namens de ouders: Smakelijk eten, meneer
Em Am Em Am
Het lag nog warm, te leven in mijn hand ik mikte reeds, zorgvuldig op de harde hete rand
Em Am Em B7 Em
Van de pan en ik kon de geur al ruiken, van dit al te vroeg geremde kuiken
[Chorus]
Am Em D G
Toen het ei zei, toen het ei zei
G Em B7 Em
Denk 'ns dat het een jongetje is, dat je je gaat staan bakken
G Em B7 Em
Denk 'ns dat het je broertje is, dat zacht sist in de pan
G Em B7 Em
Denk 'ns dat 'ie verkrampt uit angst, de rand probeert te pakken
G Em B7 Em
En dat 'ie dan terug in de boter glijdt, wat dan, wat dan... ?
[Verse 2]
Em Am Em Am B7
Ik rolde het zorgvuldig in een deken, en heb toen zelf twee weken liggen wachten op iets moois
Em Em Am
Slechts verwarmd door een hoop, slechts verwarmd door een laken
B7 Em
tot het ei begon te kraken
[Chorus]
Am Em D G
En 't kuiken zei, 't kuiken zei
G Em B7 Em
Haha, 't was geen jongetje, dat je had willen bakken
G Em B7 Em
Haha, 't was je broertje niet dat in de pan was gegaan
G Em B7 Em
En ik had me weer voor de zoveelste keer door een kuiken laten verlakken
Em B7 Em
Maar de volgende dag at ik rijst met hele jonge kip of haan