Ancora – Kaap’ren varen
[Intro]
Em Am Bm Em x4
Em Am Bm Em
Al die willen te kaap'ren varen
Am Bm Em
Moeten mannen met baarden zijn
Am Bm Em
Al die willen te kaap'ren varen
Am Bm Em
Moeten mannen met baarden zijn
G
Jan, Piet, Joris en Corneel
Em D Bm Em
Die hebben baarden, die hebben baarden
G
Jan, Piet, Joris en Corneel
Em D Bm Em
Die hebben baarden, zij varen mee
[Instrumental]
Em Am Bm Em x4
Em Am Bm Em
Al die ruwe zeeën trotseren
Am Bm Em
Moeten mannen met baarden zijn
Em Am Bm Em
Al die ruwe zeeën trotseren
Am Bm Em
Moeten mannen met baarden zijn
G
Jan, Piet, Joris en Corneel
Em D Bm Em
Die hebben baarden, die hebben baarden
G
Jan, Piet, Joris en Corneel
Em D Bm Em
Die hebben baarden, zij varen mee
[Instrumental]
Em Am Bm Em x4
Hey! Ho! Hey! Ho!
F#m Bm C#m F#m
Al die niet bang zijn om te sterven
Bm C#m F#m
Moeten mannen met baarden zijn
F#m Bm C#m F#m
Al die niet bang zijn om te sterven
Bm C#m F#m
Moeten mannen met baarden zijn
A
Jan, Piet, Joris en Corneel
F#m E C#m F#m
Die hebben baarden, die hebben baarden
A
Jan, Piet, Joris en Corneel
F#m E C#m F#m
Die hebben baarden, zij varen mee
F#m Bm C#m F#m
Al die voor de duivel niet bang zijn
Bm C#m F#m
Moeten mannen met baarden zijn
F#m Bm C#m F#m
Al die voor de duivel niet bang zijn
Bm C#m F#m
Moeten mannen met baarden zijn
A
Jan, Piet, Joris en Corneel
F#m E C#m F#m
Die hebben baarden, die hebben baarden
A
Jan, Piet, Joris en Corneel
F#m E C#m F#m
Die hebben baarden, zij varen mee
[Instrumental]
F#m Bm C#m F#m x4