Am G
Ze zeggen dat de tijd je wonden heelt,
Am
Maar ik voel elke dag dezelfde pijn.
G
Waarom werd je bij me weggehaald?
Am
Waarom mocht je niet gewoon dicht bij me zijn?
G
Nog steeds dezelfde leegte in mijn hart,
Am
Nog steeds dezelfde handen op mijn keel.
G
Boos op de God die jou niet wilde helpen,
Am
Boos op een wereld die niet stoppen wil.
G
Ik zie nog steeds de tranen in je ogen,
Am
Die je het liefst verborgen hield voor mij.
G
Hoe klein je was, je wilde mij al sparen.
Am
Je hield je groot en je verbeet de pijn.
G
Ik wilde elke dag wel met je ruilen,
Am
Ik wens nog elke dag dat ik het was.
G
Jou te zien lijden en niet kunnen helpen,
Am
Die onmacht sloopt me nog elke dag.
Am
En niemand vertelt me wat de reden is,
G
Dat alles zo verandert,
Ineens is alles anders.
G
Het was toch goed, zoals het was?
Am
Jij deed toch niemand kwaad?
G
Ik begrijp het niet…
[Instrumentaal]
Am
Am G
Ik heb geschreeuwd tot ik geen stem meer had,
Am
Mezelf gepijnigd tot ik niets meer voelde.
G
De cirkel keer op keer weer rondgegaan,
Am
Totdat ik zelf niet eens meer wist waar ik op doelde.
G
Ik heb gepiekerd tot het ochtend was,
Am
Alle beslissingen die ik ooit nam,
G
Alle vragen die ik had gesteld,
Gewacht op antwoord,
D
Dat van niemand kwam…
Am G
En niemand…
D Am
vertelt je hoe je verder moet.
G
Als alles wat je lief is,
D
Ineens voor altijd weg is.
Am
Eén moment is alles goed.
F
En dan vertelt een stem je,
Dat het ophoudt.
Am G
Nee, niemand…
Am
Vertelt mij wat de reden is.
G
Dat alles zo verandert,
Ineens is alles anders.
Am
Het was toch goed zoals het was?
Wij deden niemand kwaad, toch?
D
Ik begrijp het niet…
[Instrumentaal
Am G
Ik stap mijn bed uit en begin de dag,
Am
Ik zie de zon maar ik voel haar warmte niet.
G
Ik dwing mezelf de woorden te herhalen,
Am
Die je me zei, vlak voor je ons verliet.
G
Je keek me even heel diep in m’n ogen,
Am
Je pakte me heel stevig vast.
G
‘Wees niet boos op wat er niet meer is, pap,
Am
Maar wees dankbaar voor datgene dat er was’.