G C
Er zijn er als Mozart zo licht als de lucht
G C
Muziek makend helder en blij
G C
Er zijn er als Beethoven doof en pompeus
Am C G
Maar er is er geen een zoals jij
G C
Er zijn van die vrouwen — ze bijten ’m af
G C
En spuwen ’m walgend opzij
G C
Er zijn er veel toff’re koket en vol pit
Am C G
Maar er is er geen een zoals jij
Bb D
Zoals jij het valt niet te beschrijven
Bb D
Zoals jij die steeds overstijgt wat ik zei
G C
Er zijn grote denkers verlichten van geest
G C
Ze brengen de mensheid iets bij
G C
Er zijn er die ooit op de maan zijn geweest
Am C G
Maar er is er geen een zoals jij
Bb D
Zoals jij het valt niet te beschrijven
Bb D
Zoals jij die steeds overstijgt wat ik zei
C G
Er zijn er die graag in een mannenblad staan
C G
Bijvoorbeeld met weinig kledij
C G
Die de stringtheorie volledig verstaan
Am D
Maar er is er geen een zoals jij
Bb D
Zoals jij het valt niet te beschrijven
Bb D
Zoals jij die steeds overstijgt wat ik zei
G C
Dan zucht je eens diep en je kijkt van me weg
G C
Je zegt dat ik overdrijf
G C
Maar ik weet het zeker ik zie het zo goed
Am C G
Hmmm er is er geen een zoals jij
Am C G
Oh er is er geen een zoals jij
Am C G
Echt er is er geen een zoals jij