[Intro]
A E A
[Verse 1]
A
Ginds aan de waterkant
E
Staat een oude muzikant
A
Met zijn viool in de regen.
A
'T water druipt van zijn hoed
E
Maar hij blijft welgemoed
E
Al zit het weer hem ook tegen.
A E
En hij speelt terwijl de regen nederdaalt
[Chorus]
A
Avé Maria.
E
En het lied is als een zonnetje dat straalt
A
Avé maria.
D
Het verleden herleeft
A
En hij stelt zich weer voor
D
De kerk en het dorp met
E
Het orgel en het koor.
A E
En de regen uit de hemel zingt het weer
A
Avé Maria
[Verse 2]
A
Trouw speel hij iedere keer
E
Het melodietje weer
A
Dat eens zijn vrouw het liefst wou horen.
A
Als hij het spelen gaat
E
Is het net of ze voor hem staat
E
Klinkt weer haar stem in zijn oren.
A E
En hij speelt terwijl de regen nederdaalt
[Chorus]
A
Avé Maria.
E
En het lied is als een zonnetje dat straalt
A
Avé maria.
D
Het verleden herleeft
A
En hij stelt zich weer voor
D
De kerk en het dorp met
E
Het orgel en het koor.
A E
En de regen uit de hemel zingt het weer
A
Avé Maria
[Outro]
E A
Avé Maria