G
Aan de man die ’s ochtends opstaat
Bm
bij wie het leven als een natte
Em Em
dweil keihard in zijn gezicht slaat
Am
- die met de moed der wanhoop
Am D
zijn koffie drinkt, zijn krant leest,
D G
zijn dikke hond uitlaat - aan de
Bm
vrouw op de fiets met het kind,
manmoedig vechtend tegen de
Em Em
regen en de stugge wind, die
Am
zich afvraagt wanneer dat lang
verwachte droomleven nu eindelijk
Am D D
begint - aan de buschauffeur
G
aan de bakker op de hoek en zijn
Bm
Thaise vrouw - die zo mooi lacht
Em
en honderduit praat, - maar
Em
waarvan je met de beste wil van de
Am
wereld geen woord verstaat - aan
Am
de mannen achter de vuilniskar -
D
aan de jongens op de tram - aan de
kerel op het dak, met z’n thermos
D
en z’n boterham
G Bm
aan die man, die moedige man,
Em Em
die man die weigerde te haten, ook
al werd hem het grootste onrecht
Am
van de wereld aangedaan - aan
die dichter die moest zwijgen, die
Am
moest kruipen, maar die in zijn
D
eigen hoofd steevast pal rechtop
D G
bleef staan - aan elke godvergeten
Bm
zuiper in elke godvergeten kroeg,
Em Em
die meebrult met het refrein -
Am
aan de minister en zijn nachtrust,
Am
aan de boer met kiespijn - aan de
D
mensen in de zaal, stuk voor stuk,
D
allemaal
C Bm
kom hier, kom hier dat ik u aan
Em
mijn borst druk - kom aan mijn
Em
hart, dat ik mijn hand haal door uw
Am
haar - dat ik u kan vragen of ge
iets wilt drinken, koffie misschien,
Am
eventueel een glas wijn - en dat gij
dan kunt zeggen dat ge liever alleen
D D G
wil zijn, ook goed - maar misschien
Bm
hebt ge zin om te praten - om te
vertellen wat er op uw hart ligt, op
Em
uw schouders drukt, elke twijfel,
elke gemiste kans, elke niet gestelde
Em Am
vraag - wat ge in de loop der jaren
Am
allemaal hebt beloofd en geloofd en
waar ge nu misschien spijt van hebt
D D G
elke overwinning, elke nederlaag - kom hier
Bm Em Em Am
kom hier, dat ik u draag - kom hier,kom
Am D D
dat ik u draag
G Bm
aan het magere meisje, aan de
Em
jongen op de brug - aan de
oude vrouw met haar tas en
Em Am
haar kaarsrechte rug - aan de
Am
buurvrouw en haar ongeneeslijke onvermogen
D D
om simpelweg content te zijn
G Bm
Aan het pasgeboren kind dat alles al
weet - aan Marcel die er nooit echt
Em
bij hoorde, gewoon omdat hij veel
Em Am
te veel zijn best deed - aan Marie,
Am D D
aan Lisa, aan André, aan jou
C
kom hier, kom hier dat ik u aan
Bm
mijn borst druk - kom aan mijn
Em
hart, dat ik mijn hand haal door uw
Em Am
haar - dat ik u kan vragen of ge
iets wilt drinken, koffie misschien,
Am
eventueel een glas wijn - en dat gij
dan kunt zeggen dat ge liever alleen
D D
wil zijn, ook goed - of dat gij aan
G Bm
mij vraagt of ik iets wil drinken -
want misschien heb ik wel zin om
te praten - om te vertellen wat er
Em
op mijn hart ligt, op mijn schouders
Em
drukt, elke twijfel, elke gemiste
Am
kans, elke niet gestelde vraag - wat
ik in de loop der jaren allemaal
Am
hebt beloofd en geloofd en waar
D
ik nu zo’n spijt van heb - elke
D G
overwinning, elke nederlaag - kom
Bm
hier zegt gij,
Em Em Am Am
Kom hier dat ik u draag, kom hier, kom, dat ik u draag
D D G Bm Em Em Am Am D D
ik u draag