Aan de oever van de Rotte
[Verse 1]
F C
Aan de oever van de Rotte
C7 F
Tussen Delft en Overschie
Bb F
Zat een kikvors luid te wenen
C F
Met een zuigling op haar knie
[Verse 2]
F C
Lieve kleine, sprak de moeder
C7 F
Zie je daar die ooievaar
Bb F
't Is de moord'naar van je vader
C F
Hij vrat 'm op met huid en haar
[Verse 3]
F C
Potverdomme, sprak de kleine
C7 F
Heeft die rotzak dat gedaan
Bb F
Als ik later groot en sterk ben
C F
Zal 'k 'm op zijn donder slaan
[Verse 4]
F C
En de kikvors groot geworden
C7 F
Zag opnieuw die ooievaar
Bb F
En je zult het niet geloven
C F
Hij vrat hem op met huid en haar