C F C
Ik wou toch zo graag eens een wereldreis maken, maar da mag nie van mijn vriendin
D G
Of een ijsje eten, met drie verschillende smaken, maar da mocht nie van mijn vriendin
C Am C
Ik wou toch zo graag mijn studies volmaken, maar ik vrees, het zit er niet in
F C G C
Want wat ik ook doe om mij te vermaken, het mag niet van mijn vriendin
C F C
Soms spelen we zeeslag, en als ik dan win, da mag niet van mijn vriendin
D G
Ik dronk ooit een pintje, met jenever in, maar da mocht nie van mijn vriendin
C Am C
Wel soms word ik kwaad, en ga'k er tegen in, maar da mag ni van mijn vriendin
F C G C
Ach, eiglijk wil ik liever een andere vriendin, ...