[Intro]
A
[Verse 1]
A E
Toen ik thuis kwam was jouw deur voor mij op slot
D A
en je deed of je niets had gehoord
F#m E
nu zeg je mijn lief het slot was kapot
D F#m E
nu zeg je kom binnen loop door
D A
maar ik ben nu bang dat ik stoor
[Refrain]
A E
je loog tegen mij alsof ik 'n kind was
D
geloof dat jij dacht dat ik helemaal blind was
A Bm E
zeg schat denk je dat je me aan kan
D A
zeg schat je bent heel wat van plan dan
[Verse 2]
A E
toen ik thuis kwam was er geen brood meer in de kast
D A
en je zei ik kan niets voor je doen
F#m E
nu heb je dan zelfs je ringen verpatst
D F#m E
en komt mij nu vragen om poen
D A
je bent zeker vergeten van toen
[Refrain]
A E
je loog tegen mij alsof ik 'n kind was
D
geloof dat jij dacht dat ik helemaal blind was
A Bm E
zeg schat denk je dat je me aan kan
D A
zeg schat je bent heel wat van plan dan
D Dm A
oh, je bent nu jezelf niet je hebt last van verdriet
E A
en je zegt dat je toch van me houdt
D F#m E
je zegt je bent toch nog mijn vrouw
D A
maar je liet me mooi staan in de kou
[Verse 3]
A E
toen ik thuis kwam was er geen plaats meer in je bed
D A
en je zei ach slaap jij op de bank
F#m E
nu heb je je vriend uit je kamer gezet
D F#m E
Een mix je mijn lievelingsdrank
D A
maar ik denk dat ik dit keer bedank (bekijk het maar)
[Refrain]
A E
je loog tegen mij alsof ik 'n kind was
D
geloof dat jij dacht dat ik helemaal blind was
A Bm E
zeg schat denk je dat je me aan kan
D A
zeg schat je bent heel wat van plan dan
[Outro]
A E
je loog tegen mij alsof ik 'n kind was
D
geloof dat jij dacht dat ik helemaal blind was
A Bm E
zeg schat denk je dat je me aan kan
D A
zeg schat je bent heel wat van plan dan