[Intro]
A G A
[Verse]
F G A
de zon schijnt door de ruiten, het is nen nieven dag
C G A
ik blijf nog efkes soezen, beneje klinkt gelach
C F E
ik denk dat da oe kinderen zen, die zen al uren oep
G A
hoe zen'k hier terechtgekomen, mensen mensen, wat een soep
[Verse 2]
G A
ginder zen mijn sokken, wa verder hangt mijn broek
C G A
en een van mijn twee schoenen zien kik liggen in nen hoek
C G F E
ik draai mijn eigen oem, gij doet alsof ge slaapt
G A
allee vooruit wer efkes mijne moed bijeen geraapt
[Verse 3]
G A
ik kijk oep mijn horloge, 'k verschiet m'n eigen dood
C G A
twintig van den elven, zenne kik ne stoemme kloot
C G E
ja, weer in slaap gevallen is 't eerste da'k besef
A G A
en die van ons zal thuis weer zitten wachten met zo'n bef
[Verse 4]
G A
en stillekes komt het trug waddat er gisteren is gebeurd
C G A
wa langer blijven plakken, veel gezopen, wa gezeurd
C G E
en 't is hier in bed geëindigd, herinner ik mij, oep't lest
A G A
maar het zal na al dien drank wel gene vette zijn gewest
[Bridge]
A G A
C G A
C G F E
A G A
[Verse 5]
G A
sorry da'k oe wakker maak, och ge zijt ne schat
C A
maar de nacht is weer voorbij en w'hebben het gehad
C G F E
bleft gij nog maar wa liggen, ge mut voor mij niks doen
A G A
ik gaan toch direkt de deur uit naar mijn wijf en naar m'n joeng
[Verse 6]
G A
of 'k zal maar "kinderen" zeggen, want soems zen die wel lief
C G A
en misschien alleen voor hun begin'k ni alles oepternief
C G F E
maar heeft het eigenlijk nog wel zin te blijven wonen bij een vrouw
A G A
waar ik helemaal niks voorvoel en totaal ni meer van hou
[Verse 7]
G A
Jos Gijsen oep de radio en gij oep het twalet
C G F
alle wa gonne kik na doen: te bed of ni te bed?
C G F E
'k maak van m'n hart ne steen en ik klee m'n eigen aan
A G A
mijne geest begint te werken nu da'k vroem naar huis mut gaan
[Verse 8]
G A
ik zal wel iet verzinnen, ja ik lieg er wat oep los
C G F
ik zal zeggen da'k vannacht zijn blijven slapen bij de Jos
C G F E
maar hoelang hou'k da nog vol met al die leugens, ik beken
A G A
dakkik onder mijn façaad ne vuile laffe klootzak zen