[Intro]
G D Em C
G D Em C
G D Em C
G D Em C
G D Em C
[Verse]
G D Em C
ik had ze meegenomen want ze liftte langs de baan
G D Em C
zij droeg zij bruin bottinnen en ne rugzak had zij aan
G D Em C
ze vroeg of 'k in de richting ree van 't folkfestival
G D Em
ik antwoordde "da's zeker kind, stap in we zen d'r al"
C
want zij droeg:
[Chorus]
G D Em C
geitewolle sokken
G D Em C
frette volkorenbrood
G D Em C
geitewolle sokken
G D Em
en farem billen bloot
C
jajajaja
G D Em C
geitewolle sokken
G D Em C
onder ne parkafrak
G D Em C
geitewolle sokken
G D Em C
speelde ze doedelzak
G D Em C
speelde ze doedelzak
[Bridge]
C G D Em
C G D Em C
[Verse 2]
G D Em C
da volksfestival d'r zen wij heelmaal ni geraakt
G D Em C
ik had met heur een veel te moeilijk oemwegske gemaakt
G D Em C
en wij dan maar uit grote nood kamperen in de wei
G D Em
in mijn broek had ik speciaal voor heur een handig tentje bij
C
want zij droeg:
[Chorus]
G D Em C
geitewolle sokken
G D Em C
frette volkorenbrood
G D Em C
geitewolle sokken
G D Em
en farem billen bloot
C
jajajaja
G D Em C
geitewolle sokken
G D Em C
onder ne parkafrak
G D Em C
geitewolle sokken
G D Em C
speelde ze doedelzak
G D Em C
speelde ze doedelzak
[Bridge]
C G D Em
C G D Em C
[Verse 3]
G D Em C
ik heb in mijn joenk leven teen en tander meegemokt
G D Em C
jonge mokkes, veertigplussers, in hun broek of kortgerokt
G D Em C
chiromaskes, discogrieten, moeders van een groot gezin
G D Em
maar al die ferm wijven kunnen kloppen oep hun kin
C
want zij droeg:
[Chorus]
G D Em C
geitewolle sokken
G D Em C
frette volkorenbrood
G D Em C
geitewolle sokken
G D Em
en farem billen bloot
C
jajajaja
G D Em C
geitewolle sokken
G D Em C
onder ne parkafrak
G D Em C
geitewolle sokken
G D Em C
speelde ze doedelzak
G D Em C
speelde ze doedelzak
[Outro]
C G D Em
C G D Em C