[Intro]
C6 C (4x)
[Verse 1]
C6 C
Er kwamen eens drie mandarijnen
C6 C
in een theetuin over een brug.
C6 C
Ze waren gekleed in robijnen,
G Am F
met draken van goud op hun rug.
[Verse 2]
C6 C
En een drenkeling die in het water lag
C6 C
riep in zijn grote nood:
C6 C
o hoge heren, help, want ach,
G Am F
ik sterf, dit wordt mijn dood.
[Verse 3]
C6 C
De eerste hoge mandarijn,
C6 C
van edelstenen stijf,
C6 C
sprak: het is heel goed om droog te zijn,
G Am F
sta toe dat ik het blijf.
[Verse 4]
C6 C
De tweede hoge mandarijn,
C6 C
gekleed in zwaar brokaat,
C6 C
sprak: het is niet goed om nat te zijn,
G Am F
sta toe dat ik het laat.
[Verse 5]
C6 C
De derde hoge mandarijn,
C6 C
van purper was zijn boord,
C6 C
sprak: ja, uw sterven doet mij pijn,
G Am F
geef toe dat u mij stoort.
[Verse 6]
C6 C
En de drenkeling, hij vloekte luid,
C6 C
hij zag ze verder gaan.
C6 C
Drie gouden draken zagen hem
G Am F
uit de verte zwijgend aan.
[Interlude]
Asus2 Em (x3)
B7(b9) Em
[Verse 7]
G D
De dag daarna, het was guur en koud,
G D
kwam het drietal daar weer terug.
G D
Een waterlelie van puur goud
Bm F#m Em
dreef stil onder de brug.
[Verse 8]
G D
De eerste hoge mandarijn,
G D
toen hij de lelie zag,
G D
sprak: het is gezond om naakt te zijn
Bm F#m Em
op zo een warme dag.
[Verse 9]
G D
De tweede hoge mandarijn
G D
zag het gouden lelieblad
G D
en sprak: om het meest gezond te zijn
Bm F#m Em
is het beste wel een bad.
[Verse 9]
G D
De derde hoge mandarijn
G D
trok zijn mantel uit van zij
G D
en sprak: om heel precies te zijn,
Bm F#m Em
die lelie is voor mij.
[Interlude]
Asus2 Em (x3)
B7(b9) Em
[Verse 10]
C6 C
Er kwamen eens drie mandarijnen
C6 C
in een theetuin over een brug.
C6 C
En opnieuw is de zon gaan schijnen,
G Am F
maar geen mens zag hen ooit weer terug.
[Outro]
F C6
C C6 (x3)
C6/9