[Chorus]
D A7
Ach vaderlief, toe drink niet meer.
A7 D
Ik vroeg het al, zo menige keer.
D D7
Want moesjelief, huilt telkens weer.
G D A7 D
Ach vaderlief, toe drink niet meer.
[Verse]
D
'n Moeder zit stil bij 't fornuis,
D A7
aan het raam staat verdrietig haar kind.
A7
Want nog steeds is vader niet thuis,
A7 D
omdat hij zijn weekloon verdrinkt.
D
Dan rent plots 't kind door de kou,
D7 G
en hoort in een kroeg vaders stem.
G D
Ze pakt hem bedeesd bij de mouw,
E A7
en vraagt dan met bevende stem.
[Chorus]
D A7
Ach vaderlief, toe drink niet meer.
A7 D
Ik vroeg het al, zo menige keer.
D D7
Want moesjelief, huilt telkens weer.
G D A7 D
Ach vaderlief, toe drink niet meer.
[Verse 2]
D
De man stoot 't kind van zich af,
D A7
't valt met een smak op de grond.
A7
Dan ziet hij vol schrik tot zijn straf,
A7 D
't hoofdje is bloedend verwond.
D
Vol schaamte brengt hij dan zijn kind,
D7 G
terug naar zijn huis en zijn vrouw.
G D
Terwijl zij 't hoofdje verbindt,
E7 A7
zegt vader vol innig berouw.
[Chorus]
D A7
Je vaderlief, die drinkt niet meer.
A7 D
Je vroeg het al, zo menige keer.
D D7
Dus moesjelief, kom huil niet meer.
G D A7 D
Want vaderlief, die drinkt niet meer.
[Bridge]
D A7
A7 D
[Verse 3]
D D7
Dus moesjelief, kom huil niet meer.
G D A7 D
Want vaderlief, die drinkt niet meer.
[Outro]
A7 D A7 D