[Verse 1]
C G
Staf de Giraf en Richaar t'sardieneke in tomatensaus
C
Gust de mus en Tist de vis
G
Pol de mol en Jos den os
C
Frans de gans en Amedee de chimpansee
Em G
Dolf de wolf en Sooike de vlooi
C
Vital de kwal en Struisje de vogel
G C G
Fons de spons en Eddie de voice of Europa
G
Jean-Claude de negenhonderdnegenennegentigpoot
G
Maar 't is nikske want hij trekt van de ziekenkas
G
Maar nu ist eigenlik de moeite nimeer
G
Want toen da zen vader en zen broer gaan stempelen awel e, eeh
C G
Da heeft daar niks mee te maken
C
En Oskar van Bever, de Colora-a-a-adokever
G
Marcel de veldmuis, en Martha de bladluis, das 2 keer tzelfde
C
Maximiliaan de sprinkhaan
G
Charlotte de sprot en Joop de microob
G
Margriet de stalachtiet, stie , ie , tie
G C
En Hypoliet de grasparkiet
G C
Die liepen effen binnen bij Evarist den bloemenist
Dm G
En ze kochten der een tuiltje
F N.C. C
Gla-diolen, voor jou
[Bridge]
G
Glad di di di iolen
F
Glad di di di iolen
C
Gladiolen voor jou
[Outro]
G
Glad di di di iolen, voor jou alleen
G
Moetekik ier nog lang in da sol akkoord blijven hangen ja
F Db C Bb C
Glad di di di iolen, voor jou aaaaaaalleen