Klein Orkest – Leve het Nijlpaard
A x02220
E 022100
E7 020130
D xx0232
A E
De schapen die blaten, de kaka zegt toe
A
De mensen die praten, de karie zegt boe
A D
Maar ons aller nijlpaard interesseert dat geen fluit
E E7 A
Hij ligt in de modder en maakt geen enkel geluid
A E
De apen in Artis die stellen zich aan
A
Ze krijsen en gillen voor een simpele banaan
A D
Maar ons slimme nijlpaard verzet nog geen poot
E E7 A
Hij gaapt af en toe eens en verdient zo zijn brood
Refrein:
A E
Leve het nijlpaard, wat een schitterend dier
A
Dik, lui en lelijk ligt hij in de rivier
A7 D
Je hoort hem nooit klagen, het nijlpaard heeft stijl
A E7 A
Hij ligt alle dagen met zijn kont in de Nijl
A E
Het nijlpaard heeft maling aan uiterlijk schoon
A
Zoals hij er uit ziet, zo is hij gewoon
A D
Hij maakt zich niet op en doet ook niet aan de lijn
E E7 A
Maar ligt dik en lelijk gelukkig te zijn
A E
Dus als je heel lui bent met een lelijke snuit
A
Wat kan jou het schelen, wat maakt dat nou uit
A D
Want neem nou het nijlpaard die is altijd tevree
A E7 A
Die gezellige dikkerd die zit nergens mee
Refrein