[Verse]
C
Opa, kijk ik vond op zolder
F C
Een foto van een oude boot
G7 C
Is dat nog van voor de oorlog
D7 G7
Van die oude vissersvloot
C
Jochie, dat is een gelukkie
F C
Ik was dat prentje jaren kwijt
D7 G
Ik heb nou weer een heel klein stukkie
D7 G
Van die goeie ouwe tijd
[Refrein]
C F C
Daar is het water, daar is de haven
G7 C
Waar je altijd horen kon: we gaan aan boord
F C
De voerman laat er nu paarden draven
G7 C
En aan de horizon ligt Emmeloord
F
Eens ging de zee hier tekeer
C
Maar die tijd komt niet weer
D7 G7
Zuiderzee heet nou IJsselmeer
C F C
Een tractor gaat er nou greppels graven
G7 C
`k zie tot de horizon, geen schepen meer.
[Verse]
C
Kijk, die jonge man ben ikke.
F C
Ja, ikke was de kapitein.
G7 C
Hiero, en die grote dikke,
D7 G7
ja, dat moet malle Japie zijn.
[Verse]
C
Opa en die blonde jongen,
F C
vooraan bij de fokkeschoot.
G7
Opa, zeg nou wat,
D7 G7
die jongen, is je ome die is dood
[Refrein]
C C
In `t diepe water, ver van de haven,
G7 C
in die novembernacht, voor twintig jaar.
F C
Door `t brakke water, is hij begraven,
G7 C
als ik nog even wacht, zien wij elkaar.
F
Toen ging de zee zo tekeer,
C
in een razend verweer.
D7 G7
Ongestraft slaat niemand haar neer.
C F C
Nu jaren later, hier paarden draven,
G7 C
zie ik de hand en macht van onze Heer.
[Refrein]
C F C
Waar is het water, waar is de haven?
G7 C
waar je altijd horen kon: “We gaan aan boord.”
F C
De voerman laat er nu paarden draven,
G7 C
en aan de horizon, ligt Emmeloord.
F
Eens ging de zee hier tekeer,
C
maar die tijd komt niet meer.
D7 G7
`t Water ligt nou achter de dijk.
C F C
Waar eens de golven, het land bedolven,
G7 C
golft nu een halmenzee, de oogst is rijp.