[Intro]
G
[Verse 1]
C F C
Vlakbij de haven, staan heel oude huizen
F G
Somber en donker, bouwvallig en koud
C G F C
Daar woont een meisje, ze noemen haar Patsy
G C
Zij is het meisje, dat veel van me houd
G#
[Verse 2]
C# F# C#
Kaal en versleten, zijn Patsy haar kleren
F# G#
Ondanks die kleren, hoort Patsy bij mij
C# G# F# C#
Thuis wil geen mens, van mijn meisje iets weten
G# C#
Toch gaat mijn liefde, voor haar nooit voorbij
[Chorus]
C# F# G# F# C#
Patsy, ik hoor toch bij jou, nooit wil ik een ander als vrouw
F# C# A#M
Ook al woon je in een krot, met de huisdeur kapot
C# G# C#
Je weet toch hoeveel ik van je hou
[Verse 3]
C# F# C#
Iedere nacht lig ik rustloos te dromen
F# G#
Zie hoe je wacht in die sombere straat
C# G# F# C#
Denkend dat ik niet meer bij je zal komen
G# C#
Maar als ik kom is het misschien al te laat
A
[Verse 4]
D G D
Laatst vroeg een buurman, heel zachtjes aan vader:
G A
"Ken jij die Patsy, ze kwam weleens hier?"
D A G D
Meisje is vroeg aan haar einde gekomen
A D
Gisteren vond men haar in de rivier
[Chorus]
D G A G D
Patsy, ik hoor toch bij jou, nooit wil ik een ander als vrouw
G D Bm
Mijn geluk is voorbij, jij bent niet meer bij mij
D A D
Patsy, straks kom ik bij jou