Herman Finkers - Het Artiestenleven
[Intro]
B
B D#m F# B
B F# B
B F# B
B D#m F# B
[Verse 1]
B D#m F# B
Voor dag en dauw hoor ik de wekker gaan
B F# B
't Is voor mijn vrouw dus ik kan weer slapen gaan
B F# B
Dan zorgt een volle blaas dat ik even toiletteer
B D#m F# B
Ja, een artiest is altijd in de weer
Db
Aah aah
[Verse 2]
Db Fm Ab Db
Altijd weer op reis, ik ken zo onderhand
Db Ab Db
Uit mijn blote hoofd ons ganse vaderland.
Db Ab Db
Zo liep ik laatst in Tilburg, daar vroeg mij een man
Db Fm Ab Db
"Bent u hier bekend?", ik zei: "Herkent u mij niet, dan?"
D
Aah aah
Eb
Aah aah
D
Aah
[Verse 3]
C Em G C
's Middags in de auto begin ik aan 't ontbijt
C G C
Twee zakken chips met wat paprika bereid
C G C
Ik kauw nog even extra op die pindarots
C Em G C
Anders krijg ik straks klonten in mijn kots
[Verse 4]
C Em G C
Dit was mijn story, dus je weet het nou
C G C
Er is nog 1 echte kerel en dat is mijn vrouw
C G C
Ik ga er nu vandoor en tot slot nog meld ik u
C Em G C
Voor dat ik wegga: "Aju"